We hebben er voorlopig voor gekozen om geen biologische certificering aan te vragen voor onze boerderij. De belangrijkste reden hiervoor is dat we nog niet zeker zijn van onze wintervoorraad voer voor de dieren. Omdat er in de buurt geen biologische boerderijen zijn waar we hooi en stro kunnen kopen, zijn we volledig afhankelijk van onze eigen productie. Helaas is die voorlopig nog niet toereikend genoeg om de hele winter door te komen.

Een alternatief zou zijn om voer van een biologische boerderij verder weg aan te schaffen, maar dat brengt veel transport met zich mee—iets wat we liever vermijden. We geven de voorkeur aan lokaal geproduceerd voer, omdat dit beter aansluit bij onze visie. Je bent wat je eet, en dat geldt ook voor onze dieren. Daarom halen we hun voeding zoveel mogelijk bij boeren die we kennen en waarvan we weten hoe ze hun land bewerken.

Daarnaast brengt biologisch voer een extra risico met zich mee: als het op een bepaald moment niet beschikbaar is, mogen we geen regulier voer gebruiken, omdat dit ons biologische label zou laten vervallen. Dit risico vinden we op dit moment te groot. Daarom kiezen we voorlopig voor een aanpak die meer zekerheid biedt, zowel voor onze dieren als voor onze bedrijfsvoering. Voor krachtvoer streven we naar een zo duurzaam mogelijke samenstelling. We zijn momenteel aan het werk om een krachtvoer samenstelling zonder soja te voorzien.

Daarnaast kiezen we er bewust voor om geen kunstmest en geen fytoproducten te gebruiken. In plaats daarvan zullen we weidebloemen/kruiden en klaver op onze weides zaaien. Dit draagt bij aan de biodiversiteit en sommige kruiden dragen ook bij aan ons ontwormingsbeleid. Elke winter investeren we in extra beplanting van inheemse eetbare planten langs de weides, dit is voordelig op meerdere vlakken. Het helpt om het overtollige water op te nemen en resulteert in drogere weides (lees: minder modder), brengt diversiteit in het ruwvoer van onze dieren en draagt bij aan de biodiversiteit. Om ons land te bemesten gebruiken we de dierlijke mest die we zelf produceren of deze van een nabijgelegen boer.

Wat betreft de verzorging van onze dieren, kiezen we ervoor om hen curatief te behandelen. Dit betekent dat we ons richten op het behandelen van ziekten of gezondheidsproblemen wanneer ze zich voordoen, in plaats van preventief in te grijpen met medicatie. Wel proberen we zoveel mogelijk preventief te werken door onder andere in te zetten op regelmatig mestonderzoek, om zo antiparasitaire behandelingen zo veel mogelijk te beperken in het kader van resistentie ontwikkeling. Ook zetten we in op ziektepreventie door middel van vaccineren.

Kortom, hoewel biologische teelt waardevol is, kiezen wij op dit moment voor een pad waarbij we lokale producten en duurzame praktijken centraal stellen, zonder de risico’s van onzekerheden in de levering van biovoeder en de gevolgen daarvan voor onze dieren.